De balans van het licht en het duister – het ongeziene potentieel

Mijn bewustzijn verruimt zich meer en meer. De wereld in en om mij heen wordt steeds lichter. Steeds meer zwaarte verdwijnt er uit mijn leven, omdat ik me steeds minder identificeer met wat ik niet wezenlijk ben – een gekwetst iemand met pijn en verdriet. Toch begon ik ook stagnatie te voelen.

In het licht van mijn Hoger Zelf kreeg ik het heldere inzicht aangereikt. ‘Breng het licht en het duister in jezelf in balans. Er is geen licht zonder duister. Er is geen duister zonder licht. De kosmische baarmoeder waar alles uit ontspringt is ook zwart. Pikzwart. Zij omvat het ongeziene. Wat nog geen vorm, contrast heeft. Zij is het duister. Zij is het alles. En tegelijk zo koesterend’.

Plotseling zag ik dat ik een oordeel had op duister. Op onbewustzijn. Mensen die in onbewustzijn wilden blijven hangen, zaten inderdaad doorgaans nogal in mijn allergie. Ik streefde altijd naar identificatie met mijn licht. Naar het in het licht brengen van het duister. Mijn duister moest worden ontmanteld, geheeld en geïntegreerd.

Op zich kon ik ook duidelijk voelen dat dát onze natuurlijke tendens is op dit moment. De mensheid herinnert zich haar potentieel weer. Dat ze heel en compleet is. Dat het duister slechts ongekend licht is. We worden in ons ervaren dus steeds (ver)lichter. Waarneembaar tegen het duister. Maar de stagnatie zat m in mijn veroordeling van het duister.

Ik presenteerde mezelf altijd als zacht, liefdevol en meegaand. Maar ik kan ook enorm grillig en scherp zijn. Ik kan in mijn helderheid het zwaard tot op het scherpst van de snede hanteren en filleren. Deze kant probeerde ik tot nu toe altijd weg te moffelen. Mensen vonden altijd zo mooi aan mij dat ik zo open, onbevangen en zonder oordeel ben. Maar ik ben ook enorm oordelend, vurig en krachtig. Ik zag mezelf ook wel eens in andere levens waarin ik de dictator, de tiran was en dat ik intens genoot. Ik speelde die rol, omdat ik er super goed in was. Ik voelde er mijn kracht.

We zijn hier op aarde omdat zij contrast kent. We kunnen onze talenten, onze kracht en wie wij werkelijk zijn in allerlei vormen, varianten en schakeringen ervaren. En mijn grilligheid, scherpte en vuur behoren ook tot mijn talent – mijn potentieel. En dát wil echt vrijkomen. Als stralend essentietalent. Onze natuurlijke kracht en talenten uiten zich alleen maar op een pijnlijke, verwrongen wijze, wanneer wij haar veroordelen en wegduwen. Verloochenen. Haar potentieel niet zien.

Dus nu de vraag aan mezelf. Durf ik het universum op zijn grondvesten te laten schudden als ik ongeremd expressie geef aan mijn scherpte, mijn oordelen en mijn vuur?